MDMAvonturen

MDMAvonturen
Op handen gedragen.

Goede dingen hebben tijd nodig, zeggen ze. Misschien dat mijn mentale gezondheid daarom zo lang op zich liet wachten en er nog steeds geen links kabinet is. Of dat ik al geruime tijd in spirituele ontbinding verkeer. Dat komt niet door mijn prednisonavontuur. Nee, de plicht riep. Toen ik een nieuwe naam mocht kiezen, ging ik niet voor Geduldig als middle name. Ik wil door, en de trans agenda waar Amerikaanse politici zoveel over spreken, zit vol.

Naast kinderen in het gezicht hoesten om ze te transen en het executeren van iedereen die geen genderneutrale Hema kinderkleding draagt, stond 30 september ook groot in deze agenda. Op deze dag stond het “trans” vooral voor “transcendence”, want het was weer tijd om drugs te eten in een therapeutische setting. Maar verandering van spijs doet eten, dus dit keer stond MDMA op het menu in plaats van het alombekende LSD. Al zal iedereen die dit kristalletje wel eens gelikt heeft, kunnen beamen dat het ontzettend smerig is.

Dit is pas echt smerig, homoseksualiteit in een glas. Echte mannen drinken zwarte koffie en bier en voetbal!!!

Tegen de mensen die niet in magische kristallen geloven, zeg ik: neem toch maar eens een likje MDMA. Het verandert de meest sociaal angstige en ogenschijnlijk chagrijnige en gesloten persoon in een sociale vlinder (hij heet Geert), doet angsten sneller smelten dan poolkappen en op feestjes maakt het alles leuker, van de muziek, de lichten tot zelfs de mensen.

Nu ging ik er alleen niet mee naar een feestje, maar naar mijn surrogaatouderfiguur. Allesbehalve een feestje dus. Waarom dan toch MDMA nemen? Welnu, er wordt veel onderzoek gedaan naar de inzet hiervan bij PTSS. Juist omdat het angstremmend werkt kan het hiervoor nuttig zijn: je bent meer ontspannen, je praat meer, je bent ongeremder. Ik hoor iedereen al zuchten bij het idee van een nóg ongeremdere Benjamin, maar vergis je niet: achter al mijn geschreeuw en gelach zit vrij weinig qua emotionele diepgang. Menig therapeut heeft mij beticht van emotionele blokkades, dus we zullen eens zien of die wat minder worden.

Nu zijn de XTC-pillen van tegenwoordig behoorlijk zwaar - 250mg is niet ongebruikelijk. De dosis die ik op feestjes hanteer is 1 - 1,5 mg per kilo lichaamsgewicht. Gezien dit geen rave is maar een bezoekje aan mijn veilige haven, pak ik mijn kristallen uit mijn drugskluis en fabriceer mijn eigen pilletje van 70mg. Ik had apotheker moeten worden. Anderhalf uur voor mijn afspraak nuttigde ik mijn artisanale handgemaakte ambachtelijke capsule met MDMA (glutenvrij, vegan).

Haal hier je pijnstillers voor spirituele groeipijnen.

Over de effecten van MDMA is genoeg te vinden, dus een uitgebreid tripreport zal ik niet schrijven. Wel is het de moeite waard op te merken dat ik, net als de vorige keren aan de MDMA, het idee heb dat mijn brein eindelijk weer “aan” staat. Alsof ik mijn vingers in het stopcontact gestoken heb, mijn brein stroom heeft gekregen en ik voor het eerst in lange tijd weer helder kan denken. Wellicht is dat juist het angstdempende effect: hoewel ik angst niet als emotie ervaar, draait mijn brein continu overuren. Wanneer dat wegvalt, is het alsof je niet meer door een deken probeert te denken. Het energielek is weg. Al dan niet tijdelijk. En dat voelt fantastisch.

Zelfs in het contact met bovengenoemd surrogaatouderfiguur voelde ik me fantastisch. Aan de XTC is iedereen je vriend - zelfs hij. Ik voel me ontspannen. Stress bestaat niet meer. Normaliter heb ik die toch vrij veel in deze situatie, juist omdat ik me zo veilig voel, kan mijn systeem daar niet mee overweg. Het gebrek aan gevaar en onvoorspelbaarheid laat mijn brein overuren draaien en maakt me toch weer tot een bonk verzet. Die bonk is nu gesmolten, en daardoor kan ik hier ook makkelijker over communiceren: “Ik vind jou moeilijk”. “Dit hoor ik thuis ook altijd”, kreeg ik terug. Ligt het toch niet aan mij.

Dit is hoe mijn struggle met veiligheid voelt. Eveneens de omgang met bovengenoemde persoon.

Het contrast met het contact met de ouders die mij ge-3dprint hebben is groot. Daar ervaar ik ontzettend veel stress: ik ben continu op mijn hoede, iedere stap kan een misstap zijn en leiden tot ruzie. Dus elke stap zet je op eieren. Maar blijkbaar kan het ook anders, en hoeft het geen strijd te zijn om geen ruzie te hebben. Want hoeveel beledigingen er ook over en weer gaan (vooral vanuit mij, vermoed ik - degene die zei dat je heel liefdevol wordt van XTC verspreidt duidelijk leugens), de basis blijft rustig. Kalm. Veilig. Alles is oké. Ik kan zeggen wat ik wil en dit leidt (vooralsnog) niet tot nadelige gevolgen. Al is dat nog even wennen, zoals ik al zei, maar ik ben op de goede weg. Hiermee verkeer ik nu in een rare limbo: wat ik gewend ben (onvoorspelbaarheid, onveiligheid) is stressvol, maar wat ik niet gewend ben (stabiliteit, veiligheid) ook. Maar alsnog: liever limbo dan Limburg.

Dat alles oké is, kon ik nu ook echt ervaren in plaats van het alleen te redeneren. Het wegvallen van stress leidde niet alleen tot een versie van mij die meer open en irritanter is, maar ook tot ruimte om te experimenteren met fysiek contact. Mijn lichaam is nooit mijn vriend geweest - van genderdysforie tot PTSS tot ziekte, het is onbewust een grote bron van stress. Altijd heb ik op een afstandje van mijn lichaam gewoond. Eens zien of dat nu anders kan. Wat doet het met me als iemand tegenover me zit? Naast me zit? Ik diegene aankijk of aanraak, of juist niet? Niet alleen in mijn hoofd, maar nu in mijn lijf? Normaliter is de drempel te hoog om hier initiatief in te nemen, maar drempels bestaan nu niet meer. En anders vol gas er overheen. 30 maakt je buurt weer prettig? Nee, 80 maakt je buurt weer prachtig!

Dit soort borden maken je buurt al helemaal prachtig.

Ik leg mijn hoofd op de schouder van de nep-ouder (wat een zieke rijmskills heb ik). Iets waar Geert normaliter een exclusiviteitsclausule voor heeft.

Kortsluiting.

Het is alsof de stress uit mijn lijf er via dat contact uit stroomt. Heeft hij het nu? Niet mijn probleem. Helemaal geen problemen meer. Hoe ontspannen ik me hiervoor ook voelde, dit is de overtreffende trap. Ik kan mijn schouders laten hangen, voor het eerst in... Maanden? Jaren? Mijn leven? Alsof ik me kan verstoppen in de ander. Mocht dat nodig zijn. Of misschien zelfs wanneer het niet nodig is. Want dat werd me ook duidelijk, nu de spanning uit me wegvloeide: ik heb alleen maar geleerd om hard te zijn. Niet om een zacht hoopje tegen iemand aan te zijn. Als ik een kat was, zou ik spinnen. En vervolgens iets van tafel gooien.

Ontspannen en met een fijn gevoel rolde ik de deur weer uit. Een paar stappen (wielomwentelingen?) later kwam daar een gevoel bij dat ik niet kan plaatsen. Ik kan het nog het best omschrijven als dit: :(

Dit kende ik niet van eerder gebruik - niet van de comedown, niet van de dinsdagdip. Een sensatie die me sindsdien niet heeft verlaten. De reden kwam tot mij in een droom - zoals de meeste dingen.

Wees je eigen bron.

De stoel blijft leeg.

Of ik nou een diploma-uitreiking heb, ineens hetero word en voor Ajax zou voetballen of ga trouwen: ik ben alleen. De stoel, de zijlijn, de weg naar ons onheilige geïmproviseerde altaar, blijft leeg. Ik kan projecteren wat ik wil op wie ik wil, en ik kan me daar veilig, gehoord en geborgen voelen, maar het is niet echt. Dat is het nooit geweest. Zoals Geert zei: het is alsof je een mooie teddybeer op je kamer hebt, maar het bleek een ballon, en die is nu geknapt. Zoals ik zei: het is net als 9/11, het ene moment heb je 2 torens en dan ineens niet meer.

Sindsdien loop (of rol) ik rond met de vraag hoe ik die leegte op moet vullen. Bij 9/11 hebben ze dat half gedaan, met licht. Net als Abba nu een hologram is. Een projectie van wat je graag zou willen dat het is. Maar het blijft gebakken lucht. Moet een leegte überhaupt opgevuld worden (insert grap over Geerts moeder here)? Het is immers de lege ruimte die een beker tot een beker maakt, in plaats van een homp plastic.

Wat blijft er over als je de projectie stopt? Als de ballon knapt? Een vliegtuig de tweede toren heeft geraakt?

Ik kan het niet duiden. Het is iets stevigs. Steviger dan de projectie. Verankerd. Blij dat die ander er is. Niet om wat ik graag had willen hebben, maar gewoon zoals alles is. Of dat nou als ouderfiguur is of niet. Misschien is het juist dat wat overblijft waar ik mijn veiligheid uit heb geput. Onvoorwaardelijk voelt het.

Is dit wat honden voelen naar hun baasje? Wat een zwerfkat voelt die voor het eerst naar binnen mag?

0:00
/0:51

Kan ik dit?

Ik denk aan een gesprek dat ik had met een vriendin in de auto de dag na mijn MDMAvontuur. Ondanks mijn befaamde Ik Ben Dom Playlist die overloopt van de happy hardcore, hebben we goede gesprekken. Ze vertelt over getraumatiseerde asielhonden die bijten omdat ze niet anders kunnen, terwijl ze eigenlijk heel graag geaaid willen worden. Paul Elstak speelt piano op 120% speed op de achtergrond. Mijn brein staat ineens op 0% speed.

Voor elke minuut dat je luistert verlies je 1 IQ-punt.

Wil ik geaaid worden?

Daarvoor moet je de ander toch dichterbij laten komen. Of zelf tegen die ander aan gaan zitten. Maar hoe communiceer je een behoefte aan iets wat je nooit hebt gehad? Hoe verwoord je datgene, hoe belichaam je dat wat je nooit geleerd hebt?

Ik breek mijn fragiele brein. Ik kan dan wel een ouderfiguur op iemand projecteren en alles wat daarbij hoort (maar dan met rust, veiligheid en acceptatie in plaats van alcoholisme), maar wat nou als ik dat op mezelf projecteer? Kan ik dat gevoel van veiligheid vasthouden wanneer ik alleen maar gewend ben om dingen op afstand te houden? Moet ik het nu weer alleen doen, of kan ik toch blijven leunen op de ander? Hoe kom ik vooruit zonder te leunen op de ander, en voorkom ik dat ik weer in rondjes ga lopen? Ook al is elk rondje aan de MDMA natuurlijk anders.

PTSS is mijn inziens vooral een identiteitscrisis. Wie ben jij in relatie tot de ander? Hoe verhoud je je tot het potentiële gevaar dat de ander behelst? Wie ben je als je veilig bent - of juist niet? Als je het aan JK Rowling vraagt was ik sowieso al in de war over mijn identiteit, dus dat scheelt.

In het proces dat identiteit is (je bent immers nooit “af”, al hoor ik vaak genoeg dat ik “wel goed gelukt” ben), is loslaten misschien wel het grootste en lastigste stuk. Alles is veranderlijk. Iets dat ik maar al te goed heb ondervonden met het verlies van Jan. Loslaten gaat niet alleen over mensen, maar ook over… Alles. Ik denk aan Ram Dass, en zijn bekende uitspraak “all methods are traps”. Je moet niet gehecht of afhankelijk worden van de methode om beter te worden. Alles moet uiteindelijk imploderen. Maar wat blijft er over?

Dit heeft niks met de tekst te maken, dit is gewoon een cool bord.

Dan kom ik toch weer uit op dat onvoorwaardelijke. Datgene wat overbleef nadat de MDMA uitwerkte, toen de spanning zich weer verzamelde in mijn lijf, mijn hoofd weer begon te malen. Wat er aanwezig bleef onder het gevoel van :(.

Is dat waar ik die veiligheid uit putte? Is er dan toch een zaadje van zekerheid geplant ergens? Hoe geef ik het water, zodat dat gevoel niet alleen maar wordt getriggered door externe stimuli? Het is net als met blijdschap: of ik nou naakt het water in ren aan de LSD, aan het crowdsurfen ben op Euroblast of daar een bak pindakaastaart naar binnen werk met dezelfde attitude als een uitgehongerde hond, het zijn allemaal externe stimuli die dat gevoel van blijdschap van binnen aanzetten.

De serotoninefabriek.

Ram Dass noemt dit liefde. Whitesnake weet het niet. Ik evenmin. De gelijkenis zie ik wel. De ander is de trigger, wordt je connectie, tot dat gevoel in jou. Hoe dan ook is het de ander geweest, de surroggaatouder in dit geval, die op die knop duwde en dat gevoel in mij triggerde. Maar nu die projectie wegvalt en ik er weer, nee, nog steeds alleen voor sta, weet ik niet hoe ik zelf bij die knop kan.

Het leven is een schaakspel en ik eet alle stukken op.

Kan ik het verdragen om mijn hand er niet meer boven te houden, en de ander de mogelijkheid te geven om er zelf op te duwen wanneer zij willen, in plaats van onder mijn voorwaarden? Kan ik het verdragen om geaaid te worden zonder te bijten? Is het erg als ik dat toch doe, als ik niet weet wat ik ermee aan moet (emotieregulatie is zeg maar niet mijn ding), er soms van overloop?

Op Euroblast moesten anderen mij vooral verdragen.

Misschien is dat de echte identiteitscrisis die PTSS met zich meebrengt. Heb ik die ander nodig, of juist niet? Moet ik het allemaal zelf kunnen, of mag ik de ander ook op de knop laten duwen?

Wat nou als het de self destruct is?

Is dat erg?

Dit was heel leuk tot iemand me erop wees dat dit net een grote voet was.