Meer drugs is niet meer beter

Meer drugs is niet meer beter
Dat was geen microdose.

Datum: 24-09-2025
Plaats: mijn huis
Middelen: LSD, 5-meo-DMT, prednison.

Ja, prednison. Nee, dat was niet leuk. Nee, dat was niet slim. Ja, het was wel leerzaam. Naast Ch!pz live zien en witlof eten, is trippen terwijl de reumatoloog de dag ervoor meerdere ampullen prednison in je lichaam heeft gespoten terwijl je al aan de tabletten zat een nieuwe aanwinst aan het lijstje “niet voor herhaling vatbaar”.

Wat begon als een onschuldige trip, een goed idee, een verlangen naar rust, veranderde in een van de lastigere trips die ik heb gehad.

Laten we bij het begin beginnen: waarom deze combi?

LSD is een soort anker. Het houdt me in het hier en nu. Meditatie on steroids. Zoals Ram Dass zegt: stel je voor dat je op een brug staat boven een rivier, en in de rivier drijft van alles: blaadjes, takjes, een geïmplodeerde onderzeeër met miljonairs, noem maar op. Dat zijn je gedachten. Het is de kunst om dit niet te volgen, maar om op de brug te blijven en naar de rivier te blijven kijken. Erg lastig wanneer je zoveel stemmen in je hoofd hebt, maar de combinatie van elke dag mediteren en regelmatig LSD doen zorgt ervoor dat ik niet meegesleept wordt, en de witness kan blijven. Dat ik niet mijn gedachten ben, maar er gewoon naar kan kijken van een afstandje. Hoe lastig ook. Dit is een fantastisch gevoel: ik beweeg door de wereld en de wereld door mij, zonder dat ik me ergens tegen verzet of juist aan vastklamp. Loslaten. De grootste struggle voor iedereen, aldus de Buddha. Hij zal ergens wel een punt hebben.

meo DMT sloopt dit alles. Geen gedachten, maar ook niemand om die gedachten te hebben. Pure ego death. Dit spul heeft mijn leven zo krachtig veranderd dat ik het zelfs op mijn lichaam heb gezet in de vorm van een pad, dat is namelijk waar dit middel oorspronkelijk vandaan komt. Het ene moment inhaleerde ik dit, het andere moment was ik er niet meer, maar was ik ook alles. Onmogelijk om te omschrijven - hoe omschrijf je de dood? Het een zijn met alles en niets? Het oplossen in de grote eenheid? Het einde van jezelf? Op dat moment ben ik oprecht gestorven, en het heeft lang geduurd voor ik dit een beetje kon verwerken. Wekenlang heb ik niet echt gedachten kunnen hebben en had Geert de rust van zijn leven.

Mijn favoriete gebouw.

Dat klinkt allemaal niet zo leuk. Waarom zou je dat doen?

Los van het hele “wow dit is wat er gebeurt als je sterft”, want wie is daar nou niet nieuwsgierig naar? Loslaten. Dat is alles. Met zo’n ervaring kan je niet anders dan je overgeven, en dat is precies wat ik soms lastig vind in de come-up van LSD. Zeker fysiek heb ik vaak last van spanning en misselijkheid - iets waar nog trauma omheen zit, wat het loslaten extra moeilijk maakt. De vorige keer dat ik LSD deed, werkte een pufje 5 meo precies goed genoeg en had ik de trip van mijn leven. Voor herhaling vatbaar dus.

Maar dan vergeten we nog een middel: prednison. Tot vorige zomer werd ik altijd ontzettend depressief van dit spul, maar ik heb toen een levensveranderende trip gehad (ik klink echt als een junk, ik weet het) en sindsdien heb ik daar geen last meer van. Hoe dit kan? Geen idee, maar ik klaag niet. Wel merk ik dat ik er nog onrustig van word; zo kan ik zeker bij hoge doses vaak moeilijk slapen en blijft mijn hoofd maar malen. Maar hey, alles beter dan “ik wil dood” op repeat.

De dag voor ik ging trippen, had de reumatoloog slecht nieuws voor mij. Daar kreeg ik gratis 3 ampullen prednison bij in de vorm van injecties, terwijl ik al aan de pillen zat. “Zo is natoer”, dacht ik, en ik liet me niet tegenhouden.

Weer in de rolstoel belanden is vooral slecht nieuws voor iedereen die naar mijn foto's moet kijken.

Fouten werden gemaakt.

Ik heb niet goed ingeschat wat het effect van prednison op mij is. Dat weet ik nu wel: het genereert gedachten. Het tegenovergestelde van wat ik wil bereiken met al mijn psychedelische aderlatingen en meditatie. Daar raak ik onbewust steeds gefrustreerder van, en ik loop langzaam over, want ik kan het niet kwijt. Hoort bij onveilig opgroeien, je emotieregulatie is dan stuk. En nu de deken van dissociatie langzaam wegvalt, worden andere problemen die ik heb evidenter. Mijn problemen rondom hechting en veiligheid bijvoorbeeld, en de frustratie die dat oplevert. Resultaat: een grote bonk frustratie die alsmaar groeit. Een continue stroom aan gedachten die maar niet stopte. Ook niet aan de LSD.

In mijn come-up was ik dit al gauw beu. Mijn ondertussen jarenlange ervaring met psychedelica heeft mij geleerd dat als iets een copingmechanisme is, dit vaak implodeert als ik eenmaal door heb waar het vandaan komt. Hulpverlener na hulpverlener blijft mij vertellen dat de frustratie die ik heb en mijn onvermogen om verder iets te voelen coping is. Prima. Dan blaas ik dit op. Ik ben het beu. Ik wil rust. Ik pak mijn pijpje en verwarm de bruine korrels van God. Ik inhaleer de damp die vrijkomt.

Geen verandering. Nog steeds kon ik niet loslaten. Mijn brein bleef maar gaan. Godverdomme. Nog een hijs van de Heer.

Er gebeurt niks. In ieder geval niet wat ik wil. Boosheid. Ik moet en zal dit uitschakelen. Ik ben sterker dan dit. Nóg een hijs. De laatste.

Er is niks. Geen “ik” meer dat sterker kan zijn dan “dit”. Ik ben er niet meer. Er is niks meer. In mijn pogingen om die bonk frustratie op te blazen, heb ik mezelf mee opgeblazen. Er is geen grond meer, geen ego, geen perceptie, geen zelf. Maar mijn brein blijft gaan. Flarden van gedachten, maar niets om ze vast te pakken of weg te duwen. Niks is coherent. Er is geen ik meer dat niets kan begrijpen. Welke gedachten zijn echt? Wat is echt? Welke gedachten zijn van mij? Wat is “mij”?

Uren gaan voorbij. Ik begrijp niets, herinner me bijna niets. Soms is er een restantje van wat ik was. Die witness die dit allemaal ziet gebeuren. Er was een lucide moment waarop ik besefte hoe fragiel het allemaal was - hoezo zijn sommige gedachten van mij en sommige niet? Hoezo moet ik kiezen waaruit ik besta, wat waar is of niet? Wat ik wel of niet ben? Ik weiger te kiezen. Ik ben alles en ik ben niets. Maar ook dat zeldzame moment van bewustzijn vervloog even snel als dat het kwam.

Ook dit is hoe je bewustzijn kan beëindigen.

In mijn gedesoriënteerde staat ben ik toch naar buiten gegaan. Naar de plek waar Jan en ik graag kwamen. Dat is namelijk ook wat er speelde sinds mijn laatste trip aan de truffels. Mijn DIS zorgde ervoor dat ik na het overlijden van Jan al gauw in een vreemd mentaal parket kwam: ik was mijn beste vriend kwijt, maar ook mijn herinneringen aan hem. Hoe rouw je om iemand die je niet kent? Hoe verlies je iemand die er nooit was? Hier heb ik lang mee geworsteld. Logisch dat dit gebeurde natuurlijk, want dit is nou eenmaal hoe mijn brein zichzelf beschermt: door het af te splitsen. Maar nu die grenzen vervagen, voelde het weer meer als “van mij”. De pijn, maar ook de fijne dingen. Alsof ik weer zijn vriend kon zijn, en hem toch weer een beetje bij mij had. Daar was nog wat aan te verwerken, en mede daarom mijn keuze om vandaag LSD te eten. Hoe ik precies naar buiten ben gegaan zonder opgepakt te worden als verward persoon? Geen idee, maar dat is een issue dat ook zonder de LSD speelt.

Psychedelica leert je loslaten. Niet alleen gedachten, maar ook wie je bent. Door het leven heen verzamel je allerlei identiteiten, en een voor een doe je ze weg. Je wordt er steeds beter in, maar wat nou als ik mijn nieuwe identiteit “vriend van Jan” gelijk weer de deur uit moet doen? Moeilijk. Maar ook dat moet ik opgeven. Dat betekent niet dat ik hem moet vergeten, of dat ik mijn herinneringen weer kwijtraak. Het betekent wel dat ik me niet vast moet klampen aan de pijn, aan de dingen die er niet meer zijn, en dat ik verder moet. En verder gaan betekent hier niet dissociëren, maar integreren. Voelen. Lastig voor iemand die dat nooit heeft geleerd en die hooguit boosheid voelt, of pure extase bij een concert van Violent Magic Orchestra. Of verwondering over hoe Modern Talking zoveel succes heeft kunnen boeken door hetzelfde nummer iedere keer opnieuw uit te brengen.

Ik ben dan wel een vieze homo, de enige hakken waar ik van hou is hakken op Violent Magic Orchestra.

Daar lag ik dan, onder de boom, nog steeds in totale verwarring. Een oneindige kakofonie aan incoherente gedachten, in stukjes gehakt die op me af werden gevuurd. Ik zag het gebeuren en kon niks doen. Als verlamd keek ik omhoog, ergens in de wetenschap dat dit nog wel eens fout kon aflopen. Dat het draadje tussen mij en de werkelijkheid wel heel dun was geworden. Maar bang was ik niet.

Wel bemerkte ik ineens de behoefte om iemand bij me te hebben. Ik dacht aan de eerdergenoemde surrogaatouder. Dat het toch wel prettig zou zijn om die even te horen. Niet dat dat had gekund - ik was niet eens in staat te bewegen of een coherente gedachte te hebben. Dit was echter geen gedachte, maar een gevoel. Een ongemakkelijk gevoel dat ik niet van me af kon schudden. Zelfs niet toen er nieuwe traumatische herinneringen naar boven kwamen, kon ik daar niet mee zitten. Dit laat wel zien hoe diepgeworteld mijn probleem rondom hechting zit. Veel mogelijkheid tot piekeren had ik gelukkig niet, omdat mijn brein zichzelf weer half in een psychose sleurde. Althans, dit is hoe ik me voorstel hoe zoiets voelt.

Dit ging weer een hele tijd zo door. Bij alles wat er binnenkwam aan input, bleef mijn brein dingen genereren. Niets ervan coherent. Niets ervan was echt. Ik begreep het niet meer. Uiteindelijk ben ik weer thuis beland, waar ik zó gek werd dat ik mezelf op de bank heb gedeponeerd met mijn noise canceling koptelefoon op. Zonder bril keek ik naar het plafond. Stilte. Een witte vlakte. Zie nu nog maar wat te genereren, stinkbrein.

Modern Talking genereert elke keer dezelfde nummers in een andere volgorde.

Gelukkig werkt alles uit. Hoe lang dat ook duurt.

Al had ik niet tot het einde van de trip hoeven wachten om de belangrijkste les te leren: nooit meer trippen met zoveel prednison in mijn lijf. Ik weet nu goed wat prednison doet, en zal dat nooit meer onderschatten. Vaak zag ik mijn brein als mijn grootste vijand, en de laatste tijd al helemaal met alle frustratie en boosheid. Nu zie ik dat dat niet zo is, maar dat het slechts een fenomeen is, een omstandigheid. Dit is nou eenmaal hoe het reageert op de prednison. Het kan er niks aan doen dat dit is wat het doet door de rare roze pilletjes. Het is soms allesoverheersend, maar uiteindelijk maar een irritante huisgenoot die zijn mond niet kan houden. Met vijf hoofden. En allemaal megafoons. Mijn taak is om gewoon te blijven zitten. Wat hij ook zegt.

Ook heb ik gezien dat die behoefte aan nabijheid, die veiligheid, me nog steeds ontzettend veel stress oplevert. Ik ben niet bang geweest gedurende deze hele ervaring, maar ik denk dat de behoefte aan die persoon mij wel de mogelijkheid had gegeven om bang te mogen zijn. Dat ik ook even los mocht laten en niet continu de controle hoef te hebben. Dat ik mezelf niet continu hoef te dragen, maar iemand anders dat ook even zou kunnen doen. Dat is iets waar ik ontzettend mee worstel. De veiligheid die ik daarin vind, valideert ook de andere kant van de medaille, zoals een vriend zei: dat het daadwerkelijk een enge ervaring had kunnen zijn. Iets dat ik maar moeilijk kan verwerken, want angst is bij uitstek iets onbekends.

Wat misschien nog wel belangrijker is dan “gebruik geen drugs aan de drugs” (goh), is het volgende. Zonder fundering waar gedachten op kunnen rusten, hoe incoherent die gedachten ook zijn, heb je zelf de keuze of en hoe je jezelf opbouwt. Ik schreef eerder al dat ik mezelf wel uit elkaar haal, maar steeds op dezelfde manier in elkaar blijf zetten omdat ik niet anders weet. Het is verleidelijk om steeds dezelfde blokken te gebruiken op dezelfde manier. Iedereen is hier schuldig aan - met name de heren van Modern Talking herhalen met ieder nummer hetzelfde trucje en komen er nog mee weg ook. Ze lijken zelfs gelukkig te zijn - maar daarvoor was blond zijn in Duitsland wellicht al genoeg.

Wanneer er niets anders over is dan het gruis van wie je dacht te zijn, wordt duidelijk dat je daar zelf nog een keuze in hebt. Mits je überhaupt nog iets kan zien in al het stof. Hoe groot de frustratie ook is, mijn onvermogen om verder dingen te voelen, de agressie, wat dan ook: het is maar stof. En ik ben de ruimte. Niet andersom.

Het is juist die ruimte die alle mogelijkheid biedt, mits mijn brein daar op zijn beurt weer de mogelijkheid voor ziet. Het is jarenlang de default geweest om dingen te externaliseren. Te dissociëren. Alles wat bedreigend was, te zien als niet eigen. De enige weg om dit te doorbreken is door dit weer eigen te maken. Door het in de ogen te kijken en aan te gaan. Het te ervaren. Misschien zelfs te voelen.

Hier ging het voelen best oké, want ik dacht waarschijnlijk niet aan Modern Talking.

Het doorzien van dit soort patronen is essentieel in mijn herstel. Veel mensen zullen drugsgebruik als eerst zien als een escape, als een manier om te vluchten van het hier en nu. In mijn geval is het het tegenovergestelde: ik gebruik het juist om in verbinding te staan met mijzelf, omdat mijn brein juist continu probeert te vluchten. Dit is een van de ankers die ik uitgooi om mijn leven niet weg te dissociëren. Al wil ik dat dus wel heel graag wanneer ik Modern Talking een uur aan moet horen. Het zijn juist de lastigste situaties die het meest leerzaam zijn. What gives light, must endure fire. Woorden naar mijn hart, als iemand die graag dingen in brand steekt.

Uiteindelijk zijn we allemaal zelf de laars op ons eigen hoofd. Zo ben ik niet alleen degene die zelf het “compilatie”album van Modern Talking opzette, maar ook degene die zichzelf tot grootste vijand van zichzelf maakte. Door deze uitdagende trip heb ik nu gelukkig door dat mijn brein niet de vijand is omdat het gedachten maakt, maar dat dit nou eenmaal is wat het doet aan de prednison. Ik heb dat gewoon niet doorgehad. De combinatie van dat ik er niet meer depressief van werd, en mijn reuma allesbehalve onder controle is waardoor ik steeds weer prednison gebruik, maakte dat ik de invloed hiervan grof onderschatte. Om nog maar te zwijgen van de mentale klap die het toch wel was om te horen dat de reuma toch ernstiger is dan we dachten. Neem erbij dat het me toch niet lukt om me in mijn eentje veilig te voelen, en dan wordt het al gauw teveel. Mijn koppigheid krijgt dan een destructief randje, en dan blaas je jezelf op.

Dit was namelijk echt kantje boord, en had ontzettend fout kunnen aflopen. Ik heb bijzonder veel geluk dat ik veel kennis en ervaring heb op het gebied van psychedelica en meditatie - anders had ik écht de weg kwijt geweest. Hoe groot voorstander ik ook ben van deze methode, het blijft iets waar je voorzichtig mee moet omspringen. Maar dat geldt voor ieder medicijn - of dat nou prednison is of LSD. Wrang genoeg is mij altijd meer gewaarschuwd voor LSD, en nooit voor prednison. Terwijl ik met die laatste op mijn vijfde al begon. Niet de glansrijke carrière waar mijn ouders zo op hoopten: professioneel drugsgebruiker. Gelukkig zijn ze ondertussen al gewend geraakt aan de teleurstelling die ik ze oplever.

Hoe mijn ouders mij zien.

Voor nu weet ik dat de gedachtenmolen nog even blijft doordraaien, en dat is oké. Naarmate ik afbouw met de prednison zal dat minder worden. Ik weet nu dat gedachten ontzettend plakkerig zijn, en dat ik er in verstrikt raak als ik ze weg probeer te duwen. En uiteindelijk zijn het maar gedachten. Hoeveel het er ook zijn, ik blijf in de ruimte daartussen. Hoe klein die soms ook voelt. Zeker als het merendeel van die gedachten bestaat uit Cheri Cheri Lady.






















Dat dit zomaar gebeuren kan.