On-zee-delijkheid.

On-zee-delijkheid.
Zie titel.

De meeste mensen, ongeacht hoe lang ze me kennen, zullen de nadruk leggen op hoeveel er veranderd is. Je kan je (in mijn geval dikke) kont niet keren zonder dat iemand je herinnert dat je trans bent en vroeger een andere naam had en er anders uit zag. Wanneer je reageert met "ja, en jij was vroeger een baby", krijg je enkel verdwaasde blikken terug. Blijkbaar is hun IQ sedertdien ook niet veranderd. Als je dan toch wil vergelijken, kijk ik liever naar de dingen die hetzelfde gebleven zijn. Een stuk interessanter, en dat zegt denk ik meer over wie de persoon in essentie is.

Mijn essentie: stupiditeit.

Er is genoeg hetzelfde gebleven in mijn geval: ik was toen ook irritant, ik was toen ook geobsedeerd met Steven Wilson, mijn eerste grote liefde, en ik had ook toen geen idee of ik de week daarop nog zou leven. Deze drie constanten vormden de kern van vandaag, en de reden dat we nu in Spanje zijn. Leuk, zo'n huwelijksreis, maar ik ga dan niet de tour van mijn favoriete artiest missen. Bleek het nog goedkoper te zijn ook om een multi city ticket te boeken. Zon, zee en kwijlen naar Steven Wilson: oneindig veel winst.

De zee kwijlt naar mij.

De pessimisten ("zorgprofessionals") onder ons zullen zich voornamelijk richten op de laatste van de drie gelijkenissen. Voor hen heb ik slechts één vraag: weet jíj zeker dat je volgende week nog leeft?

Ik ben niet suïcidaal, ik heb gewoon geen hoogtevrees meer.

2,5 uur gekeken naar andere mannen op huwelijksreis #win.

Dus daar zat ik dan, mentaal nog immer 15, fysiek 80, te midden van honderden boomers te plukken aan mijn 3 baardharen in afwachting van het optreden, en af en toe plukkend aan het beenhaar van mijn echtgenoot. Dat de show uitstekend was staat buiten kijf - het is immers Steven Wilson. Als ik dan toch door moet leven, laat mij maar aanrommelen op de bas zodat ik ooit 5% van de solo van Nick Beggs in Staircase kan. Maar wanneer een nummer als Dislocated Day wordt gespeeld is het toch een vleugje onwerkelijk het te horen. Toen ik dit in mijn tienerjaren zoveel luisterde had ik nooit gedacht dit ooit live te horen.

Als je dit niet goed vindt zijn we geen vrienden meer.

Voetjes van de pisvloer.

Of om 2 dagen daarvoor een zegeltje LSD te hebben gegeten op datzelfde strand.

Enkele uren na inname.

"Jeetje Benjamin, jij gebruikt veel!". Ja, best wel he? Normaliter 2 keer per jaar. Soms veranderen dingen, zoals omstandigheden die tegelijkertijd onveranderlijk zijn: het gebrek aan mentale hulpverlening. Dan maar zo. Dat we in Japan vette dingen gingen doen kwam gewoon even zo uit. Daar heb ik de dosis ook wat lager gehouden. Maar hier op het strand is waar het "echte werk" ligt voor mij. Een bekende omgeving zorgt ervoor dat ik niet meer geleid word door het verwerken van alle vreemde input om mij heen (wtf was met die bomen op Yakushima?), maar dat ik naar binnen kan. Naar whatever daar is.

Er is daar veel Geert
En veel zand.

Hoewel dit de allerleukste dagen zijn die we samen hebben, is plezier nog steeds niet de reden dat ik het neem. Soms moet je dingen gewoon uit elkaar halen, dacht ik altijd, maar dat heeft geen nut als je het toch weer op dezelfde manier in elkaar zet. Als je geen therapie hebt om je anders te laten denken en kijken, dan maar zo. "Helaas" viel er genoeg te kijken op het strand: we hebben bizarre dingen gezien. Van een vrouw die de heftigste yogamoves deed op het strand en zo wolken manifesteerde, Geert die met twee woorden ("zal ik?") een dwerg manifesteerde, een man die rituele dansen deed voor hij in het water dook en vervolgens een paringsdans deed met de rotsen, een man die midden in een ruzie een scheet liet op zijn vrouw... En ik maar denken dat er geen afleiding zou zijn.

Ik kijk liever naar de zee dan naar de paringsdans van een mismaakte man.

Gelukkig gebeurde dit allemaal nadat mijn brein gefrituurd werd door zichzelf. Ik heb wat ze noemen "vroegkinderlijk trauma" en dat heeft allerlei gevolgen op mijn functioneren. Unfinished business met mezelf uiteindelijk, omdat ik dingen niet verwerkt krijg. Dit soort middelen helpen me daar heel erg bij. En zeg nou zelf, een naaktstrand tussen de rotsen is toch een veel chillere optie dan een muf hok? De zee heeft een kalmerende en hypnotiserende werking op mij, zo merk ik tijdens en na het trippen. Ik kan eeuwig kijken naar de golven en zodra mijn hoofd er met me vandoor gaat, hoef ik maar een duik te nemen om weer thuis te komen.

Dit is hoe ik dit soort dagen spendeer.

Want hier voel ik me thuis, dacht ik. Op dit strand. Japan was mooi, maar dit is thuis, hier kan ik aanwezig zijn in het hier en nu. Maar... Moet dat niet andersom zijn? Ben je niet thuis zodra je in dat hier en nu bent, waar dat ook moge zijn? Mijn brein kon er niks tegenin brengen. Nu nog niet. En dat biedt hoop - als dat contente gevoel altijd in je zit, en dus niet afhankelijk is van je omgeving, geeft dat rust.

"Amazing, ik hou van LSD", dacht ik, en dat mondde uit in "doe ik dit steeds omdat ik op zoek naar iets? Wat dan?". Het antwoord bleef ik mezelf verschuldigd, want uiteindelijk is er geen verschil tussen degene die zoekt en hetgeen dat gezocht wordt - en daarmee ook de vinder. Je kan niet zoeken naar iets waarvan je niet weet dat het is, dacht ik. Heb ik het dan niet eigenlijk al, maar ben ik het vergeten? Het antwoord? "Ja sukkel, be here now, wat wil je nog meer? Talloze drugservaringen en een bijna dood ervaring laten je elke keer hetzelfde zien, wat kan je nou in godsnaam nog meer willen?". Dikke kortsluiting. Er is niks te zoeken. Ik weet, ik heb, ik ben het al.

Ik ben vooral vervelend.

Net zoals hoogtevrees creëer ik veel problemen in mijn brein uiteindelijk zelf, en dat is ook hier het geval. Ik hou van dingen uit elkaar halen en begrijpen en daarmee creëer ik een zoektocht die eigenlijk alleen om het zoeken gaat. Een soort driftmatige bezigheidstherapie van je brein. Iedereen zijn eigen manier van malen en in je eigen gedachten vastlopen, en zoeken naar een oplossing om uit je eigen gepieker te komen. Mensen houden van verlangen I guess. Lacan verwoordde het mooi: "Le desir de l'hysterique, c'est d'avoir un désir insatisfait": het verlangen van een hystericus (bij Lacan een synoniem met normaliteit) is een onvervuld verlangen te hebben. Dus ik doe dit zelf en ik vind het ergens nog "leuk" ook.

Geslagen worden door koud water is blijkbaar ook leuk.

Daarmee stortte heel dat kaartenhuis in van mijn eeuwige overdenken. Een goede reminder aan mezelf dus. De uren erna heb ik niet echt nagedacht en als een kind zo blij in de golven en de rotsen gespeeld. Het leven is zoveel makkelijker als je alleen doet wat je leuk vindt. Dat betekent niet drugs doen op het strand of jezelf klemzuipen ieder weekend, maar plezier vinden in hetgeen wat je op dat moment aan het doen bent. Of dat nou je voeten ingraven is op het strand, of een kwartier in de wacht staan aan de teledoon voor een gesprek van 1 minuut. RIP telefoonrekening tho.

:)

Je huidige situatie accepteren is niet makkelijk als je wordt geplaagd door herbelevingen en je brein je continu uit het hier en nu haalt. Des te nijpender is de boodschap. Er is niet meer dan dat.

Toen ik nog dacht dat je schrap zetten zin had.

Veel beter.

"Wat nou als de hypotheekadviseur een afspraak met me wil maken voor over een week?". Wees dan aanwezig in het hier en nu terwijl je die afspraak maakt en dan zie je wel weer verder, toch? Al is een hypotheekadviseur nooit een leuk vooruitzicht.

Altijd een leuk vooruitzicht met Geert (pesten).

Leven in een lijf dat je continu vertelt dat er overal gevaar is, ontneemt je een concrete toekomst. Je kan ieder moment het loodje leggen. Misschien dat de "ik zie wel" en "be here now" me ambitieloos doet lijken. Maar het biedt me een houvast. Tussen een lijf dat zegt "je gaat dood" en een brein dat zegt "je moet dood", is een kleine ademruimte om toch te leven. Van moment tot moment. De toekomst bestaat uiteindelijk voor niemand.

Maar mocht ik er een hebben, dan wel met deze.

Dus nee, er is niet veel veranderd in die zin. Je blijft achter de wortel aanlopen, ergens wetende dat er een muur zit die steeds dichterbij komt. Maar wel terwijl je luistert naar Steven Wilson, de enige die het lawaai in mijn hoofd kan overstemmen ("pray for sound to quiet the howling"...). Sommige dingen veranderen, zoals keihard raven op Sonar Festival met Max Cooper. Waar ik de hoop vandaan heb gehaald weet ik niet, maar ik ben blij dat ik het mee kan maken. En morgen zie ik wel weer verder. Tot dusver zijn de dagen gevuld met zon, strand en on-zee-delijkheid van ons.

Geef brood.
Soort zoekt soort.
Geert heeft Poseidon boos gemaakt.