Osaka, drukte en ballen.
Gisterochtend werden we wakker in Ishinomaki, in een huis met een van de mooiste en liefste katten tet wereld, en gingen we slapen in Osaka waar het stortregende en de katten er niet zo'n zin in hadden.

De treinreis tussen deze twee plaatsen bedroeg zo'n 6 uur, waarin we zo'n 900 km aflegden en gedurende die rit een hoop meer te zien kregen dan het oerhollandse landschap dan we gewend zijn. Bossen, bergen, een heleboel honkbalvelden, slaperige dorpjes en miljoenensteden en als letterlijk hoogtepunt Mount Fuji - wat een apparaat is dat zeg. Ook zijn de treinen een stuk comfortabeler dan die van de NS, en een stuk sneller: zo'n 280 km per uur. Dit maakte dat we eigenlijk vrij ontspannen aankwamen op onze bestemming, waar het dus ontzettend hard regende. Ook in onze harten, want het baasje van Aka, de kat in Ishinomaki, berichtte ons dat ze luid miauwend op zoek was naar ons. Ik neem direct de trein terug voor jou, Aka, maar dat mag niet van Geert :(

Al snel bleek echter dat Osaka niet de meest rolstoelvriendelijke stad is met al haar trappen. Redelijk stressvol om de weg naar het hotel te vinden, gezien ze hier fan zijn van bruggen over kruispunten waar dus geen lift te bekennen is. Uiteindelijk kwamen we doorweekt maar heelhuids aan in ons hotel.

Om vervolgens gelijk weer te vertrekken richting Namba. Geert scheurt niet alleen regelmatig uit zijn onderbroek, maar nu was ook zijn tas gescheurd en hadden we direct een nieuwe nodig. Anders ligt al mijn tentakelhentai binnen de kortste keren op de grond. Nu zijn wij zoals eerder gezegd geen shoppers, dus dat klusje zou zo geklaard zijn. Blijkt dat Namba nóg intenser is dan Tokyo. Misschien omdat het zaterdagavond was maar holy shit dit was file lopen tussen wat Geert mooi "troepwinkels" noemt. Een miljard prikkels later hadden we wel een geslaagde buit van onder andere een nieuwe tas en eindelijk een pillendoosje voor mij. Ik heb namelijk niet genoeg hersencapaciteit om te onthouden wat ik wanneer moet innemen. Niet dat zo'n doosje daarbij helpt want die heeft de hele dag in de tas gezeten, maar schattig is hij wel. Ik lig nu alleen te comfortabel in bed en ben te lui om een foto te maken. Neem in plaats daarvan Geert met heus geen anal beads als toetje en Geert met kat. Toch nog een goede afsluiter van de dag dus.


Slapen in een nieuwe omgeving is zoals bekend niet zo mijn ding, dus na een nacht met alleen maar nachtmerries stond ik stijf van de adrenaline. Handig, gelijk maar dingen doen dus. Dan maak ik er maar misbruik van. Namba had niet de beste indruk gemaakt en we waren beiden skeptisch over Osaka. De sfeer is compleet anders dan in Tokyo en ook met de rolstoel was dit een nachtmerrie - werkelijk niemand leek op te letten. Vandaag dus maar zonder op pad. Tempels zijn immers niet altijd uitgerust met een lift (hoe de Boeddha de mens kon ontstijgen zonder lift is mij een raadsel). Als eerst gingen we naar wat ik de Beendertempel noem maar eigenlijk Isshin-Jj heet, waar Boeddhabeelden zijn gemaakt van de botten van overledenen. Vet metal, dat moeten we zien. Behalve dat er een of andere herdenkingsdienst gaande was en we dus niet bij die beelden konden komen. Maar we geloven dat ze er zijn en dat was goed genoeg. Vervolgens door naar Shitenno-Ji, met een grote pagode met een gouden antenne-achtige situatie. Dat was mooi, maar wat vooral indruk maakte waren de stenen zen tuintjes die keurig geharkt waren. Wat een werk op zo'n groot complex. Ook werd de goshuincho live gezet voor ons, wat heel cool was om te zien.


Onze volgende stops bevonden zich in Namba, sidder en beef. Even opladen voor we de hel in gaan. In Den Den Town kwamen we eindelijk een café tegen dat open was, dus zijn we daar direct naar binnen gegaan. Bleek het een maid cafe waar de bediening de bekende maid pakjes inclusief kattenoortjes aan had. Oh well, hebben we dat ook eens gehad, en het was niet alleen lekker rustig, maar ook onverwacht lekker. En fucking cute.



Volgepropt met cute eten gingen we van bal-automaat naar bal-automaat op zoek naar de meest vervloekte souvenirs. Met succes! Ook tussen de troepwinkels vonden we enkele pareltjes, bijvoorbeeld blackface wortel, geile pastinaak en grote gouden baby's boven een restaurant. Wat een bizarre stad is dit toch.


Nog even snel bij Namba Yasaka gekeken waar het wederom slalommen was tussen de Instagrammers, en uiteindelijk door naar U Arts: een winkel vol met kattenartikelen zoals stempels, briefpapier, pennen, noem maar op. Uiteindelijk ben ik er zelfs in geslaagd iets voor mezelf te kopen. Maar een katten-etui kon ik gewoon niet laten liggen.


We hebben ons laten vertellen dat Osaka een eetstad is (geen aids-stad zoals ik eerst verstond), dus daar hebben we gebruik van gemaakt. Dotonbori is wat dat betreft het woord "intens" aan de crack: een enorm lange straat met nagenoeg alleen maar eettentjes. En ze willen allemaal je aandacht (en geld). Leuk om even te zien, maar die knaken hebben we toch op een rustigere plek uitgegeven. Maar uitgegeven hebben we ze zeker, want wij zijn grote eters (ik ben half mens, half koe en heb zeker 3 toetjesmagen). Liever te dik in de kist dan een snackje gemist. Pannenkoekjes met witte bonen pasta tot melon bread, gefrituurde bergwortels, octopusballen en viskoekjes gevuld met zoete aardappel, alles was superlekker. Ik huil nu al bij de gedachte aan Nederlands eten en de Nederlandse supermarkten. Al neem je zoiets simpels als ei: Nederlanders weten het consequent te verpesten ("als ik het kapotkook kan er vast niks mis gaan" is jullie verklaring voor deze misdaden tegen de mensheid), hier krijg je juist consequent iets lekkers én iets anders. Hoe de fuck frituur je een (soms gekookt) ei op zo'n manier dat hij van binnen alsnog zacht is? Magie! En wat nog magischer is: het merendeel van de dingen die we op hebben zijn balvormig. Freud zal hier vast wat over te zeggen hebben maar ik heb hem geblokkeerd.



Van al dat eten word je blijkbaar moe dus we sleepten onszelf richting het hotel. Vanuit onze ooghoeken zagen we een tempelpoort dus we gingen toch even kijken. Blijkt er een tempel met kattenbeeldjes én echte kat in de buurt van ons hotel te zitten! De sfeer hier was ook ontzettend fijn. Het was er rustig en prachtig verlicht zo in de avond. Enorm prettig om hier even rond te hangen en de kat te aaien om zo onze batterij verder op te laden voor de barre tocht van 10 minuten richting het hotel. Deze moeten we zeker nog eens bezoeken voor onze goshuincho.





Maar na anderhalve dag Osaka vinden we het wel even mooi zo. Het is een stad die moderner en ruiger voelt dan Tokio, op sommige plekken veel intenser is maar op andere plekken juist wat behapbaarder. Na al die prikkels willen we weer even wat anders zien, dus morgen gaan we een dagje tiktoks verpesten in Kyoto.






